Selfdriven in Botswana!

22 januari 2016 - Schiphol, Nederland

De tachtig kilometer van Victoria Falls naar Kasane leggen we in een kleine anderhalf uur af. En dat is nog inclusief grensovergang! Nu scheelt het ook dat we voor Botswana geen visum nodig hebben, maar de stempel moeten we nog wel steeds halen.
Als we bij Kasane Self Catering aankomen, kijkt de eigenares ons een beetje vragend aan. Verwachtte ik jullie dan? We leggen uit dat we de dag ervoor een reservering hebben gemaakt. Oh, zegt ze, ik heb nog niet op m'n mail gekeken, maar ik heb nog wel plek hoor! Gelukkig... We worden naar de kamer gebracht. Het is een mooie ruime kamer, met een klein keukentje met genoeg spullen. Hier redden we ons wel de komende dag. We hebben zelfs weer even internet!

Later in de middag lopen we naar de Spar om ons avondeten en een ontbijtje in te slaan. Het wordt een simpele pasta en brood voor in de ochtend.
Aan het einde van de middag gaan we nog even naar het platform aan de rivier Upper Zambezi, dat iets verderop achter de tuin ligt.
Het eten smaakt prima, dus dat kunnen we wel vaker maken. Na de afwas zitten we nog even buiten voor we gaan slapen.

De volgende ochtend worden we niet al te laat wakker. Als ik om kwart over 8 net onder de douche stap, wordt er op de deur geklopt. De auto is er al... Ik maak er dus een korte douche van, terwijl Mathijs vast naar de auto gaat. Zodra ik er ook ben, rijden we terug naar de werkplaats waar al het papierwerk in orde wordt gemaakt en we instructies krijgen over de auto met alles wat er op en in zit. Het is pas rond 10'en dat we de autosleutel krijgen en zelf achter het stuur stappen. Mathijs rijdt eerst terug naar onze accomodatie. Het moet nog wel even wennen hoor, aan de andere kant rijden, met de andere hand schakelen en de pookjes van de richtingaanwijzers en de ruitenwissers zitten natuurlijk ook andersom. Dat laatste gaat dan eerst ook nog wel eens mis...

Als we weer op onze kamer zijn, gaan we eerst maar even ontbijten, want we hebben inmiddels toch best wel trek gekregen. Na het eten maken we eerst maar een boodschappenlijstje, want we zullen best wat spullen in moeten slaan voor de komende 29 dagen. Na een lunch wagen we ons richting de Spar om boodschappen te doen. We hebben bijna twee uur nodig om alles in te slaan wat we nodig hebben, waarschijnlijk ook omdat we nu eerst heel wat algemene spullen als lucifers, schoonmaakspullen en kruiden moeten hebben. Als alles in de auto staat en de tank is volgegooid, gaan we nog even weer terug naar de kamer om onze tassen te halen, waarna we op weg gaan naar ons eerste overnachtingsadres. Nu mag ik rijden, en ja, ik moet ook nog wennen, maar verder rijdt de auto echt prima!
Het is maar een kort ritje naar de Chobe Safari Lodge, waar we dus tegen het einde van de middag aan komen. We hebben een prima plekje met genoeg schaduw, waar we prima onze tent op kunnen zetten. We maken al snel kennis met onze brutale verwanten: de bavianen. We spreken dus ook af om onszelf aan te leren deuren en kleppen en minimaal een sluiting per klep van de auto iedere keer dicht te doen, ook als er geen apen in de buurt zijn.

We lopen nog even een rondje over het terrein van de lodge en dan is het ook al weer tijd om eten te koken. Na de afwas duiken we voor de eerste nacht onze nieuwe tent in.

In de ochtend slapen we een beetje uit, maar we vertrekken ook niet al te laat, want we willen goed van onze eerste dag in het Chobe National Park kunnen genieten. Voor de eerste keer gaan we nu zelfstandig door een gate. Best wel een beetje spannend, want wat willen ze allemaal weten? Zijn er ook strenge regels waar we misschien niet van weten? Uiteindelijk valt het allemaal ontzettend mee en hebben we binnen een paar minuten onze permit voor de komende vier dagen in handen. We mogen dus naar binnen!

De eerste paar kilometer zien we alleen wat dieren in de verte, wat zebra's, impala's en op een gegeven moment ook een aantal olifanten. Op een gegeven moment komen we dichter bij de rivier. Daar zien we twee kuddes olifanten die rustig aan het grazen en spelen zijn. Ook loopt er nog een groep waterbuffels voorbij. Nadat we een redelijke poos naar de kuddes hebben staan kijken, vervolgen we onze weg langs de rivier. In de verte zien we veel zwart van dieren, maar we kunnen nog niet echt zien wat het voor dieren zijn. We rijden weer langs een groep olifanten, en weer, en weer. De hele oever van de rivier staat dus vol met tientallen, nee, zelfs honderden olifanten!! Bijna onvoorstelbaar...

Regelmatig moeten we ook even stoppen, om de olifanten die ons pad oversteken rustig voor te laten gaan. Op een gegeven moment gaat het pad weer meer de bomen en struiken in, maar ook daar lopen nog genoeg olifanten; mannetjes en vrouwtjes, groot en klein. We rijden dus maar rustig aan, want het zou vrij vervelend zijn als er onverwacht een boze olifant uit de bosjes komt zetten. Maar ondanks dat we zo goed opletten en uitkijken, komen we toch op een plek te staan waar net een grote groep olifanten het pad over wil steken, dus lopen er nu olifanten zowel voor als achter de auto langs. En dan zijn er ook nog de kleintjes... Twee moeders vinden dat we net wat te dichtbij staan en maken dat even duidelijk met een paar dreigende stappen in onze richting. Gelukkig blijft het daarbij, maar het is toch wel even spannend.

We komen aan het begin van de middag goed en wel aan op onze eerste camping: Ihaha, op de grens met Namibië. Het is niet een hele grote camping, maar de plekken zijn mooi ruim. De rangers adviseren ons nog wel om met de auto naar de wc te gaan. Het is op zich prima te lopen, maar omdat de begroeing inmiddels vrij dicht is, kunnen we niet zien wat er onder of erachter ligt en het zou toch vervelend zijn als je opeens een leeuw om je nek hebt hangen...
Ondanks de schaduw, is het goed warm op ons plekje en ook de harde wind brengt weinig verkoeling. We doen het dus lekker rustig aan. Aan het einde van de middag, voordat we met het eten beginnen, verhuizen we nog wel naar een andere campingplek, dichter bij de wc's zodat we wel kunnen lopen. Zodra de daktent is uitgeklapt, is het immers vrij veel werk om met de auto naar de wc te gaan...
Na een heerlijk, maar laat (koken op gaspitten zonder luwte wil niet zo goed met harde wind) mangoprutje, weten we ongeschonden onze tent te bereiken, waar we een heerlijke nacht maken.

We maken ons op voor weer een mooie dag door het zand crossen en game driven. Het is een mooie rit naar Savuti, leuk rijden en beter nog: geen ongemakken. Onderweg zien we weer verschillende dieren. Net voordat we bij de campsite aankomen staat er nog een groep olifanten bij een waterpoel waar we vrij dicht bij langs moeten. De dieren zijn alleen meer met het water bezig dan met het naderende witte hok, dus kunnen we dit keer gewoon rustig passeren.
De campingplek die voor ons is gereserveerd heet Paradise en al snel ontdekken we dat deze plek zijn naam wel eer aan doet: we zitten achter op de camping op en een ruime campingplek met weer genoeg kook-, braai- en vuurvoorzieningen en kijken uit op een soort valleitje. In de middag kopen we bij de Tuckshop van de camping nog wat hout, zodat we na het etengaren op kolen nog fikkie kunnen stoken.

Aan het einde van de middag steken we onze kolen aan. Voor de aardappels proberen we eens wat nieuws, op basis van de aardappels die Sammy eerder voor ons maakte: we wassen de aardappels, snijden ze een beetje in, smeren ze in met olijfolie en kruiden, pakken ze in in aluminiumfolie en leggen ze tussen de kolen. Het rooster met vlees leggen we boven de kolen te garen. En even later staat er een heerlijk maaltje op tafel! De aardappels zijn een groot succes, dus dat gaan we zeker vaker doen!
Na het eten zitten we nog even heerlijk bij het vuurtje, met een wijntje en kijkend naar de sterren. Dat is toch wel weer genieten...

In de nacht wordt ik verschillende keren wakker van vermoedelijk hyena's die in de verte blaffen. Ik denk op een gegeven moment zelfs iets vlakbij de auto te horen hijgen, maar ik zie niks. Bovendien zitten we veilig in ons tentje, dus ga ik maar weer slapen. In de ochtend vinden we nog wel pootafdrukken die lijken op die van een hyena of een kleinere katachtige, maar het beest zelf is natuurlijk al lang weer vertrokken.

Als we een ontbijtje achter de kiezen hebben en de tent weer is ingepakt, vertrekken we voor onze laatste uurtjes Chobe National Park. Het park uit hebben we een klein stukje asfalt, maar al snel komem we bij de volgende gate, die van Moremi Game Reserve, het park van de Okavango Delta. Ook hier hebben we weer veel zandwegen, dus besluiten we op een gegeven moment om toch maar wat lucht uit de banden te laten lopen, want vastzitten hebben we niet zo veel zin in. Het is een mooie rit, maar we komen er wel achter dat de routes van Garry (Garmin, onze navigator) vast de kortste zijn, maar niet altijd de handigste en snelste. Maar daardoor zien we wel heel veel mooie weggetjes in het Kwhai Development Trust. En ook onze eerste wateroversteek... Eerst checken hoe diep het is en dan rustigaan in de low gear rijden. Zo'n eerste keer is best een beetje spannend, maar het gaat allemaal prima.

De eerste nacht in Moremi slapen we op een campsite genaamd Khwai, vernoemd naar de rivier die er langs stroomt. Net voor we de camping op kunnen, moeten we eerst nog een brug over, een houten brug waarvan de dwarsbalken gewoon los liggen. Maar er zijn al wel meer auto's over heen geweest, dus dan zal het wel goed zijn toch? En dat gaat het ook. Links en rechts zien we zo nu en dan de balken wat omhoog komen, maar daar blijft het dan bij. Eenmaal ingeschreven rijden we door naar ons plekje en ook hier hebben we weer een van de beste plekken van de camping, met uitzicht op de rivier, al zien we meer riet dan water.

Als we weer bezig zijn met het opzetten van ons kampje, krijgen we nog even bezoek van twee bavianen, die aan de achterkant waar wij niet stonden hun kans schoon zagen om proberen in te breken in de achterkant van de auto. Zijn wij blij dat we standaard één van de sloten vast doen... De apen hebben dus weinig kans en zijn er snel vandoor als wij ze op hun kop geven.

We lopen nog even een rondje over de camping en dan is het tijd om eten te maken. Ondertussen zien we door de bomen en bosjes ook nog drie olifanten de camping over stuiteren die even later rustig langs de rivier lopen. Toch wel bijzonder... Maar goed, niks aan de hand, dus we gaan gewoon verder. Even later komen er ook nog drie impala's vlak voor onze plek langs springen. Wat kunnen die beesten hoog en ver springen als ze willen zeg! Heel erg gaaf!

Ondanks de dieren die op en rond de camping zitten, draaien we een goede nacht en zijn we klaar voor weer een dagje rijden over mooie weggetjes: veel (oude) modderpoelen, houten bruggen en wateroversteken. De tweede wateroversteek leek vanaf de kant prima te doen, maar er bleek toch een verstopt geultje te zitten, waardoor de neus toch opeens nog een stuk naar beneden het water in duikt... Gewoon gang houden en dan staan we goed en wel, zonder problemen toch ook weer aan de andere kant. Gelukkig maar...

Net als gister hebben we ook hier vlak voor de camping nog weer een houten brug: Third Bridge. Het leuke aan deze brug is, dat een deel van het hout nieuw is, een deel oud en het laatste stuk gaat gewoon weer door water. Maar ook deze keer redden we het weer tot aan de overkant. Hilly (zo hebben we onze Toyota Hillux voor het gemak maar genoemd) draait haar hand, of band?, dus niet snel ergens voor om!

Het koken doen we weer op kolen met de bedoeling om daarna weer een vuurtje te maken. Dat laatste wil alleen niet zo goed, omdat het hout dat we hebben nog vrij nat is. Ondertussen begint het alweer goed donker te worden en terwijl Mathijs onder de douche staat, komt er een ranger naar me toe met de mededeling dat het nu toch wel belamgrijk is om het vuur aan te steken, omdat dat de leeuwen op afstand houdt... Hmm, ok, dus ik doe nog harder m'n best en uiteindelijk beginnen er dan toch vlammetjes te komen, al is het niet van harte. We zitten nog wat na met wat lekkers en zoeken dan onze tent weer op.

De volgende dag is alweer onze laatste dag in Moremi Game Reserve. Ook nu hebben we weer houten bruggen, mooie weggetjes en veel zand, maar we genieten er nog steeds van. Het is toch best wel leuk rijden! Eens wat anders dan de vlakte en het asfalt van Nederland :)
De laatste kilometers van vandaag rijden we wel over asfalt naar een B&B een paar kilometer buiten Maun. We mogen dus even een nachtje in een echt bed slapen! De B&B bestaat uit zo'n tien 'hutjes' met ieder een bed, een wc en een buitendouche. Het is echt een ontzettend leuke plek! De eigenaren blijken Nederlanders te zijn, waar we nog een tijdje mee staan te kletsen voordat we het centrum van Maun in gaan om boodschappen te doen.

's Avonds laten we ook weer eens voor ons koken, terwijl we zelf genieten van een mooi plekje aan de rivier en het geluid van nijlpaarden op de achtergrond.

Als we een heerlijk uitgebreid ontbijtje achter de kiezen hebben, vertrekken we voor een lange asfaltrit richting de grens met Namibië. Langs de weg zien we duidelijk de gevolgen van de zo lang aanhoudende droogte: verschillende koeien, ezels en ook een paar paarden en geiten hebben het loodje gelegd en liggen in verschillende staten van ontbinding langs de weg. Triest om te zien, maar ook vooral vervelend voor de eigenaren, die er waarschijnlijk zelf ook niet heel veel aan hebben kunnen doen...

Hoe dichter we bij de grens komen, hoe donkerder de lucht voor ons wordt. Zou er dan eindelijk een goede Afrikaanse bui komen? Tot de grens houden we het in ieder geval nog droog.

Onze belevenissen met het selfdriven in Namibië volgen in de volgende blog ;)

Foto’s

1 Reactie

  1. Hotze:
    22 januari 2016
    fantastisch avontuur maken jullie mee. prachtig om mee te maken en erg leuk om te lezen. die voorzichtig en geniet er van